(ABM FN-Dow Jones) De koersgrafiek van het aandeel Philips leek dit jaar verdacht veel op een rechte lijn schuin omlaag, en ook nog eens behoorlijk steil. Het was met recht een rampjaar voor aandeelhouders van de fabrikant van medische apparatuur uit Eindhoven. Het aandeel verloor dit jaar circa 57 procent van zijn beurswaarde. 

De neerwaartse trend werd echter al in april 2021 ingezet, toen de koers nog boven de 50 euro noteerde. Als we uitzoomen naar de laatste decennia, blijkt de marktwaarde die sinds de financiële crisis van 2009 werd heroverd in anderhalf jaar tijd weer geheel te zijn prijsgegeven.

Philips is dus weer terug bij af. Ook in 2003 en 2011 bereikte Philips rond dit niveau van 13-14 euro zijn laagste punt.

Begin 2021 kon Philips wijzen op toenemende groei, dankzij de sterke vraag naar beademingsapparatuur. De omzetprognoses kropen omhoog, richting 5 procent groei, dankzij de divisies Diagnosis & Treatment en Personal Health. Analisten van JP Morgan zetten het koersdoel op 50 euro.

De laatste grote desinvestering, volgens CEO Frans van Houten, kreeg zijn beslag. De coronacrisis maakte het moeilijk voor buitenlandse kopers, dus overwoog Philips zijn divisie huishoudelijke apparaten naar de beurs te brengen. Uiteindelijk bleek er toch een koper gevonden voor 3,7 miljard euro. Daarmee zouden nog eens 7.000 mensen het bedrijf verlaten.

Een last van 250 miljoen euro bij de eerstekwartaalcijfers, voor problemen met ademhalingsapparaten, was al wel een smet op het blazoen. In juni werd duidelijk dat hier nog eens 250 miljoen euro bij moest en dat het probleem wel eens heel groot kon worden, omdat er miljoenen van dit soort apparaten waren verkocht, die kennelijk soms deeltjes en gassen konden uitstoten die schadelijk voor patiënten zijn. Er werd geadviseerd om andere apparaten te gebruiken. En daar ging de omzetgroei.

Toezichthouder FDA classificeerde de problemen niet veel later als "zeer ernstig." Een ruimhartig aandeleninkoopprogramma stelde beleggers niet gerust en de koers zakte gestaag verder. In het najaar merkte de VEB op dat er aan beurswaarde inmiddels 10 miljard euro was verdwenen, veel meer dan de 500 miljoen euro aan kosten die waren aangekondigd.

Massaclaims konden niet uitblijven. De verwachting van snellere groei moest worden teruggedraaid. Philips sputterde tegen omdat de Amerikaanse toezichthouder het aantal klachtenrapporten zou hebben overdreven. Een eerste onderzoek leverde geen gezondheidsrisico op van de apparaten die teruggeroepen werden. Maar de koers bleef dalen, met een versnelling tegen het einde van het jaar en over 2021 was Philips de grote verliezer op de Amsterdamse beurs.  

Een nieuw jaar en nieuwe kansen, maar in april van 2022 moest Philips weer een nieuw probleem melden. Nu betrof het de stroomvoorziening van de apparaten, die in het beklaagdenbankje zaten.

Aandeelhouders lieten intussen hun ongenoegen blijken door massaal tegen het nieuwe beloningsvoorstel voor bestuurders te stemmen. "Het management heeft ook goede dingen gedaan", probeerde voorzitter Fijke Sijbesma het ongenoegen weg te wuiven. De bestuurders waren nodig om de problemen op te lossen en moeten daarvoor dus goed worden beloond, was het betoog.

De gifbeker was nog lang niet leeg. Toezichthouder FDA merkte op dat er mogelijk 124 sterfgevallen verband hielden met de slaapapneu-apparaten. Philips wees het schoonmaakmiddel ozon aan als mogelijke schuldige.

De halfjaarupdate van Philips werd als "zeer zwak" betiteld door ING. De vooruitzichten voor de marges holden achteruit, concludeerde de analist van dienst. Een opvolger voor Frans van Houten trad aan als CEO.

Weldra volgde echter een nieuwe terugroepactie, nu voor plastic dat in de motor van sommige apparaten terecht kon komen. Dit betrof een klein aantal apparaten. Ook met de magnetische clips van beademingsmaskers kon een probleem zijn, bleek vervolgens. Zoals eerder gebeurde bij vliegtuigbouwer Boeing na een aantal vliegrampen, stapelden de technische problemen zich op nadat de producten onder een vergrootglas kwamen te liggen.

En dus ook de mogelijke kosten van toezichthouders en ontevreden klanten. In Parijs werd een strafrechtelijk onderzoek op poten gezet en beleggersclub VEB deed dat met een miljardenclaim, omdat Philips relevante informatie jarenlang verborgen hield. Een interessante vraag in dit soort kwesties, is hoeveel van de verdampte beurswaarde er überhaupt was geweest, als die informatie meteen op tafel had gelegen.

Tot overmaat van ramp gaf Philips in oktober nog een "zeer grote winstwaarschuwing" vanwege problemen in de aanvoerketen. De orderstroom droogde in rap tempo op, zodat de omzet in het vierde kwartaal zo'n 5 procent lager zou worden dan een jaar eerder. De verliezen van de beademingsdivisie liepen snel op, omdat er voorzieningen werden genomen voor de sterk versomberde vooruitzichten. De impact van de lopende rechtszaken kon zelfs nog niet worden ingeschat, zei Van Houten.

Een flinke inkrimping van het personeelsbestand kon niet uitblijven, terwijl de koersdoelen van analisten omlaag vlogen.

Waar bleef toch het licht aan het einde van de tunnel? Tegen het einde van het jaar had Philips meer dan 4 miljoen beademingsapparaten vervangen of gerepareerd. Maar het einde van de problemen bleek nog niet in zicht. Een paar dagen na de hoopgevende berichten over de vervanging van de slaapondersteunende apparaten, werd duidelijk dat het aantal mogelijke sterfgevallen in verband met de klachten rond deze apparatuur inmiddels 260 bedroeg, volgens gegevens van de FDA.

Vlak voor kerst kwam Philips met tussentijdse resultaten van zijn grootschalige tests van zijn apparatuur door een aantal externe partijen. Hier kwam als voornaamste conclusie uit naar voren dat de apparaten in principe veilig zijn. De toezichthouder moet die resultaten nu beoordelen. 

De toxicologische risico's van apparaten die met ozon werden schoongemaakt ontbreken nog. Deze laten veel vaker aantasting zien van het schuim. Aandeelhouders zullen in spanning afwachten wat de resterende testen opleveren en vooral wat het oordeel van de FDA is.

Ondertussen blijft ook Philips, net als andere multinationals, overgeleverd aan het coronavirus in China, dat eerst moet uitwoeden voordat het voor de inkomsten zo belangrijke Aziatische land weer normaal kan functioneren.

De strategie-update van de nieuwe CEO biedt beleggers genoeg om naar uit te kijken, maar daarmee zal de claimdreiging voorlopig niet van de baan zijn.

Cruciaal voor de aandeelhouder is hoeveel risico er nog in het vat zit, nu het aandeel op zijn historische bodem lijkt te zijn aanbeland. Een zinvolle uitspraak daarover lijkt echter niet mogelijk. De optimistische belegger mag natuurlijk altijd hopen dat de streep in het nieuwe jaar een heel andere richting zal kiezen. 

© ABM Financial News; info@abmfn.nl; Redactie: +31(0)20 26 28 999; Disclaimer