Na de kopzorgen – verwacht werd dat een schikking met burgerlijke partijen miljarden dollar zou kosten - blijkt de rekening uiteindelijk minder hoog uit te vallen dan verwacht. Dat blijkt alvast uit de resultaten van het eerste kwartaal van 2023, die eergisteren werden gepubliceerd. Philips zette 600 mn. € opzij om deze zaak achter zich te laten.

Op een opportunistische en enigszins onelegante manier greep het bedrijf de situatie aan om zijn personeelsbestand in te krimpen en 5 % van zijn werknemers te ontslaan. Hiermee zou men op termijn 300 mn. € per jaar willen besparen.

Philips wilde tot voor kort weer aanknopen bij een omzet van 23 miljard euro tegen 2025 - een niveau dat al vijftien jaar niet meer is bereikt. Het valt eerlijk gezegd moeilijk te zien hoe het bedrijf dit gaat realiseren. De omzet in het laatste kwartaal bedroeg 4,2 miljard euro, wat neerkomt op 16,8 miljard euro op jaarbasis.

Er blijft dus een aanzienlijke weg te gaan om dat doel te bereiken. Via organische groei wordt dat allicht lastig aangezien er op dit moment geen sprake is van groei. De nominale omzetgroei ten opzichte van het voorgaande jaar is immers gelijk aan of lager dan de inflatie.

Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden voor externe groei. Philips kampt met een nettoschuld van ongeveer 6 miljard euro en ziet daardoor zijn manoeuvreerruimte beperkt. Tenzij het bedrijf natuurlijk zou besluiten om te snijden in zijn royale kapitaalrendementen (lees: dividenden en aandeleninkoop) voor de aandeelhouders. De markt zou zo’n keuze echter niet waarderen.