Twintig jaar stagnatie dus, met aan het begin en het einde van deze periode een operationele winst die met een kwart daalde. Deze margedruk is deels te wijten aan een oververzadigde concurrentieomgeving in Europa, waar de toezichthouder weinig geneigd is tot consolidatie van de sector.

Uiteindelijk is de winst per aandeel gehalveerd. Toch was Orange een grote begunstigde van de lage rentevoeten: de kosten van zijn schulden lagen rond de 8 % in 2003, tegen iets meer dan 4 % vorig jaar. Het is te hopen dat er in de toekomst geen onaangename verrassingen van deze kant komen.

Op het gebied van kasstromen, hoewel de cashflow niet stijgt — hij is ook opmerkelijk gelijk gebleven tussen 2003 en 2023 — zijn de investeringsuitgaven met 50 % gestegen. De inflatie, zo zien we, vertaalt zich in de kosten maar niet in de inkomsten.

Bij gebrek aan groei kunnen aandeelhouders troost vinden in dividenden. Met 0,7 € per aandeel in 2023 evolueert het dividend al tien jaar in vergelijkbaar gebied. In 2013 bedroeg het nog 0,8 €. Ver van de pieken tussen 2008 en 2011, toen het dividend 1,4 € per aandeel bereikte!

In de afgelopen jaren was de dekking van het dividend door de vrije kasstroom — berekend door de investeringen af te trekken van de operationele kasstroom — bijzonder goed verzekerd. Op dit niveau is de druk afgenomen sinds de periode 2015-2019, toen de uitkering drie van de vijf jaar niet werd gedekt; vandaar de toename van de schuldenlast in die tijd.

Deze elementen zullen helpen om de resultaten van de groep, die op 24 oktober worden gepubliceerd, beter te begrijpen. Tegen de huidige koers vertegenwoordigt het dividendrendement van 7,1 % een risicopremie van 2,8 % ten opzichte van Amerikaanse staatsobligaties op tien jaar.