Deze buitengewone prestatie brengt zijn beurswaarde op een niveau vergelijkbaar met dat van Microsoft, waardoor de twee concerns nu samen de top van het podium delen in de wereldwijde ranglijst van meest gewaardeerde bedrijven.
Maar er zijn ook zaken die vragen oproepen. Zoals het feit dat de bestellingen uit Singapore — de stadstaat is bekend als een bevoorrechte toegangspoort tot de Chinese markt — tot 20 % van de geconsolideerde omzet van Nvidia vertegenwoordigen.
Als we daarbij de directe verkopen in China en Hongkong optellen, is dat een derde van de totale omzet — goed voor 15 miljard USD — die potentieel afkomstig is van de Chinese markt. In de huidige hyper-volatiele geopolitieke context is dit dus een aanzienlijk volume aan activiteiten die zijn blootgesteld aan het risico van sancties of beperkingen.
Nvidia neemt wel de moeite om te vermelden dat ook zijn Amerikaanse klanten Singapore als toegangspoort gebruiken. Waarom niet? Behalve dat dit de kernvraag niet beantwoordt, aangezien niemand de genoemde Amerikaanse klanten — zoals Dell of SMCI — zou verhinderen om hun stromen vervolgens naar de Chinese markt te leiden.
De groep van Jensen Huang geeft echter aan dat de exportbeperkingen hen dit kwartaal 4,5 miljard USD hebben gekost — een lager bedrag dan verwacht, omdat Nvidia erin zou zijn geslaagd de componenten naar andere afzetmarkten te herleiden. Is dit een doorn in het oog of een eerste klap met de hamer? Ook hier heerst totale onzekerheid.
Een andere curiositeit: 30 % van de geconsolideerde omzet van Nvidia komt van slechts twee klanten, eufemistisch aangeduid als "klant A" en "klant B". Nog eens 10 % komt van twee "indirecte" klanten, die hun bestellingen via de klanten "A" en "B" plaatsen. Dit benadrukt opnieuw de maximale concentratie van het volume aan activiteiten.
Dan is er nog de financiële extravagantie: naast de enorme groei realiseert Nvidia een zonder meer waanzinnige vrije kasstroom van 26 miljard USD dit kwartaal alleen al. Dit, laten we niet vergeten, bij een omzet van 44 miljard USD. De reden is dat het bedrijf helemaal niet kapitaalintensief is, met slechts 1,2 miljard USD aan investeringen in de afgelopen drie maanden.
Met andere woorden: Nvidia geniet van de stratosferische winstgevendheid van een royalty-eigenaar of een ingenieursbureau dat het universele magische recept heeft gevonden. Maar kan een dergelijke gunstige situatie eeuwig duren? Kan een technologiebedrijf zijn voorsprong op lange termijn onder deze omstandigheden wel behouden?
Sommige waarnemers vermelden bovendien dat Jensen Huang de verkoop voorbereidt van zes miljoen aandelen die hij persoonlijk bezit — de operatie zou hem bijna een miljard dollar opleveren vóór belastingen. MarketScreener merkt op dat dit op zich geen probleem is en dat deze bedragen triviaal blijven in vergelijking met zijn totale kapitaalbelang.