Maxim Power Corp. heeft een update gegeven over zijn 204 MW Milner 2 activiteiten, de gecombineerde cyclus gasturbine uitbreiding van M2 project, en bijgewerkte Investor Presentation. Zoals eerder gemeld, begon M2 op 9 november 2021 met een routinematige geplande onderhoudsonderbreking en voerde het ook werkzaamheden uit om verschillende kritieke componenten van de CCGT-uitbreiding van M2 te integreren. De uitval werd voltooid op 30 november 2021 en M2 keerde terug naar de normale werking op 1 december 2021. Als gevolg van de werkzaamheden die tijdens de geplande onderhoudsonderbreking in november zijn uitgevoerd, heeft M2 met succes zijn maximale elektrische interconnectiecapaciteit met de Alberta Electric System Operator verhoogd tot 300 MW om de STEG-uitbreiding van M2, die naar verwachting pas in december 2022 in commerciële exploitatie zal zijn, te vergemakkelijken. In de tussentijd heeft MAXIM toestemming om de oude 144 MW H.R. Milner-faciliteit in tandem met de M2-faciliteit te exploiteren, tot een gecombineerd totaal vermogen van 300 MW. MAXIM heeft met succes de werking van twee eenheden van zowel M1 als M2 gedemonstreerd, waarbij elke eenheid als een zelfstandige elektriciteitscentrale functioneert. Deze belangrijke mijlpaal bevestigt dat de interconnectie is voltooid om de STEG-uitbreiding van M2 mogelijk te maken. MAXIM merkt op dat M1 als zelfstandige elektriciteitscentrale onderworpen is aan de federale regelgeving inzake broeikasgassen, die het jaarlijkse aantal bedrijfsuren van de eenheid beperkt. MAXIM verwacht niet dat de M1-eenheid volledig zal worden gebruikt tot het toegestane maximum aantal bedrijfsuren. Er wordt vooruitgang geboekt met de engineering en constructie van de STEG-uitbreiding van M2 en op dit moment ligt het project nog steeds op schema zonder wijziging van de eerder gerapporteerde projectkosten van $135 miljoen. Op dit moment verwacht MAXIM over voldoende liquiditeit te beschikken om de STEG-uitbreiding van M2 te voltooien en zal het project financieren met kasmiddelen, operationele kasstromen en beschikbare middelen via de bestaande senior en achtergestelde kredietfaciliteiten, indien nodig.