Als specialist op het gebied van hogedrukpompen - waarin het wereldleider is, met name via zijn merken Pratissoli, Inoxihp, Hammelmann en Bertoli - en hydraulische apparatuur zoals kleppen, dichtingen, propellers, tanks en slangen, volgt de Italiaanse groep in deze twee segmenten een bijzonder succesvolle strategie van externe groei.

Grafiek Interpump Group S.p.A.

Een eerste vaststelling: de reeks acquisities - een veertigtal sinds de beursgang vijfentwintig jaar geleden - heeft de balans niet bezwaard met een buitensporige schuldenlast. Met een nettoschuld die onder de grens van twee keer de winst vóór rente, belastingen en afschrijvingen (de EBITDA) wordt gehouden, blijft de ratio eigen/vreemd vermogen redelijk en is deze perfect beheersbaar, zelfs bij een grote terugval van de markt.

In werkelijkheid zijn de overgenomen bedrijven klein en financiert de groep bijgevolg grotendeels zelf deze externe groei. De afgelopen tien jaar waren er slechts sporadisch kapitaalverhogingen. Een uitzondering daarop was de periode 2012-2014, toen het management een opmerkelijk opportunisme aan de dag legde. Hoewel er tekenen van herstel waren, stonden de waarderingen op dat moment onder druk, wat een ideale omgeving creëerde voor overnemers.

De acquisities van Interpump zorgen onmiddellijk voor groei. Net zoals bij Thermador worden de overgenomen bedrijven zonder wrijving geïntegreerd en openen zich zo veel nieuwe mogelijkheden. Het rendement op het eigen vermogen schommelt daarbij tussen 15 en 20 % per jaar over de lange cyclus, ondanks de bescheiden ratio eigen/vreemd vermogen. Het belangrijkste segment, dat van de hogedrukpompen, goed voor een derde van de omzet wordt gekenmerkt door een hoge toetredingsdrempel. Interpump beschikt daar over een relatief groot prijsbepalend vermogen.

Een tweede vaststelling is dat de groep, nu ze een zekere omvang heeft bereikt, een actieve groeistrategie kan combineren met aanzienlijke kapitaalrendementen voor de aandeelhouders. De afgelopen drie jaar, 2021 niet meegerekend, werd bijvoorbeeld 85 miljoen euro besteed aan overnames terwijl 250 miljoen euro terugvloeide naar de aandeelhouders, 180 miljoen euro daarvan via de inkoop van aandelen als gevolg van de onderwaardering van het aandeel.

Dat was mogelijk dankzij de contante winst - ook wel "vrije cashflow" genoemd - van 360 miljoen euro die in die periode werd gegenereerd en die op jaarbasis gemiddeld rond een constante 120 miljoen euro schommelt, bij een omzet van 1,3 miljard euro. Op te merken valt evenwel dat de contante winst wordt vertekend door de liquidatie van de voorraden in 2020. Dat was een gevolg van de pandemie.

Voor het overige vergen de activiteiten nauwelijks kapitaal - een derde tot de helft van de cashflow gaat op aan investeringen in het industriële apparaat - en blijft de groei voornamelijk komen van overnames van bedrijven. Daarnaast is de spreiding van het productaanbod voorbeeldig, zowel wat sectoren als wat geografische gebieden betreft.

Italië is nog steeds goed voor de helft van de omzet, Europa en Noord-Amerika nemen elk een vijfde voor hun rekening. De recente overname van White, een specialist in orbitmotoren en de grootste overname in de geschiedenis van Interpump, moet de diversificatie buiten Italië versnellen en de expansie van Interpump buiten de laars een duw in de rug geven. Er wordt dus een nieuw hoofdstuk geschreven: de schaalvergroting van de groep is een feit. 

Die laatste acquisitie had alvast één zichtbaar effect: de koers van het aandeel ging plots aan het stijgen (het aandeel verdubbelde zowat in waarde). Bovendien liet de bedrijfsleiding zien dat ze nog steeds goed in staat is om buitenkansen te benutten. White werd immers overgenomen tegen een zeer goede prijs - ruwweg 1,1 keer de omzet en 5 keer de EBITDA - in het kader van een afsplitsing die was opgelegd door de Amerikaanse antikartelautoriteit naar aanleiding van de overname van Eaton Hydraulics door Danfoss.

Het spreekt vanzelf dat Interpump nu verhandeld wordt tegen veel royalere veelvouden, rond 4 keer de omzet en 18 keer de EBITDA. Nu dat voordeel is verdwenen, zou aan de inkoop van aandelen dit jaar dus een einde moeten komen, wat ruimte zou moeten maken voor een hoger dividend of - voor één keer - een echt transformerende overname. Deze zou bijvoorbeeld de omzet boven het symbolische plafond van 2 miljard euro doen uitstijgen.

Dat is dan ook waar de analisten die de groep volgen, thans op inzetten. En bijgevolg ook MarketScreener dat, trouw aan zijn strategie die de kansen van het moment combineert met fundamentele kwaliteit, het aandeel toevoegt aan zijn portefeuille Europe PEA.