Regeringstroepen die loyaal zijn aan president Salva Kiir en oppositiekrachten die eerste vicepresident Riek Machar steunen, sloten in 2018 een overeenkomst waarin beide partijen zich ertoe verbonden de macht te delen en een verenigd nationaal leger te vormen.

Maar de uitvoering van dat akkoord verloopt traag en het geweld tussen rivaliserende gemeenschappen blijft oplaaien.

Hier volgen details over het conflict en de inspanningen om het op te lossen:

HOE IS HET CONFLICT BEGONNEN?

In december 2013, twee jaar nadat het land onafhankelijk was geworden van Sudan, brak er oorlog uit in Zuid-Sudan.

Het conflict werd uitgelokt door onenigheid binnen de regerende Sudan People's Liberation Movement (SPLM) nadat Kiir in juli had besloten Machar te ontslaan als vicepresident.

De daaruit voortvloeiende oorlog werd grotendeels langs etnische lijnen uitgevochten. Kiir behoort tot de grootste etnische groep van Zuid-Sudan, de Dinka. Machar behoort tot de op één na grootste, de Nuer.

Volgens mensenrechtengroeperingen waren burgers aan beide zijden het doelwit op basis van etniciteit. Een VN-commissie zei in 2016 dat er etnische zuiveringen plaatsvonden.

WAT ZIJN DE GEVOLGEN GEWEEST?

De oorlog maakte korte metten met de hoop waarmee Zuid-Sudan in 2011 onafhankelijk werd na meer dan twee decennia van gewapende strijd tegen de regering in Khartoem in het noorden.

Volgens een schatting uit 2018 hebben de voorgaande vijf jaar van oorlog ongeveer 400.000 doden veroorzaakt, hetzij als direct gevolg van het conflict, hetzij indirect door factoren als ziekte of verminderde toegang tot gezondheidszorg.

Sindsdien zijn er regelmatig gevechten geweest waarbij grote aantallen burgers zijn omgekomen en van huis en haard zijn verdreven.

Er zijn volgens de Verenigde Naties 2,2 miljoen binnenlandse ontheemden in Zuid-Sudan en nog eens 2,3 miljoen zijn het land ontvlucht als vluchtelingen.

In 2017 werd in delen van Zuid-Sudan kortstondig hongersnood afgekondigd. Meer dan twee derde van de bevolking heeft nu humanitaire hulp nodig als gevolg van het conflict en natuurrampen zoals drie jaar van ongekende overstromingen.

HEEFT HET VREDESAKKOORD GEHOLPEN?

Het in september 2018 ondertekende vredesakkoord werd een "gerevitaliseerde" versie genoemd van een akkoord uit 2015 dat het jaar daarop ineengestort was. Machar werd onder intense diplomatieke druk opnieuw aangesteld als eerste vicepresident.

Het akkoord riep op tot een eenheidsregering, de integratie van Machars strijdkrachten in het nationale leger en verantwoordingsplicht voor misdaden die tijdens de oorlog waren begaan.

In 2019 knielde paus Franciscus in Rome om de voeten te kussen van Kiir, Machar en drie andere vicepresidenten en riep hen op de overeenkomst te respecteren.

Sindsdien is het gewapende geweld door de ondertekenaars aanzienlijk afgenomen, aldus de Verenigde Naties vorig jaar, en zijn sommige bepalingen van het akkoord met succes uitgevoerd.

Maar internationale donoren hebben geklaagd over de trage vooruitgang van de regering bij het verenigen van de verschillende facties van het leger in één enkele eenheid, het schrijven van een nieuwe grondwet en het oprichten van een rechtbank om oorlogsmisdaden te berechten.

Afgelopen augustus stelde de regering de oorspronkelijk voor 2022 geplande verkiezingen met twee jaar uit. De SPLM nomineerde in december Kiir als kandidaat en stemde voor de intrekking van Machars lidmaatschap.

Ondertussen is het geweld tussen kleinere etnische milities in verschillende delen van het land herhaaldelijk opgelaaid, vaak als gevolg van geschillen over weidegronden, water en andere hulpbronnen.