De Europese energieprijzen zijn de hoogte in geschoten, nu de markten nog na de verwoesting die COVID-19 op vraag en aanbod heeft aangericht, getroffen werden door verstoringen van het aanbod en onzekerheid als gevolg van de Russische inval in Oekraïne.

Bij de Spaanse activiteiten van Iberdrola heeft het droge weer de hydro-elektrische opwekking gehinderd en hebben de kerncentrales minder stroom geproduceerd dan verwacht.

Daardoor was de onderneming gedwongen elektriciteit in te kopen tegen duizelingwekkend hoge groothandelsprijzen om te voldoen aan contracten met klanten die veel lagere langetermijntarieven hadden vastgelegd.

Een eenmalige last van 195 miljoen euro in verband met de berekening van de gereguleerde activawaarde trof Iberdrola ook in Spanje, en droeg bij tot een daling van de winst daar met 26% op jaarbasis.

Sommige regeringen hebben maatregelen genomen om windfall taxes op te leggen aan energiebedrijven waarvan zij menen dat zij profiteren van de hogere prijzen, en Spanje heeft de elektriciteitsproducenten genoemd als een van degenen die meer moeten bijdragen.

Iberdrola is een van de bedrijven die bezwaar maken tegen interventie, en zegt dat zij de prijzen ver vóór de stijgingen op de groothandelsmarkt vaststellen en dat veranderende regelgeving investeringen in schonere energie op langere termijn zou kunnen afschrikken.

De winst over het eerste halfjaar kwam uit op 2,07 miljard euro en overtrof daarmee de prognose van 1,93 miljard in een door het bedrijf verstrekte opiniepeiling.

De stijging van de internationale winst kwam gedeeltelijk van meer hernieuwbare capaciteit en sterkere windproductie, betere tarieven en inflatie in Brazilië en veranderingen in de regelgeving in de Verenigde Staten, zei de Madrileense makelaardij Renta 4 in een nota.

Iberdrola zei dat het nog steeds verwacht dat de nettowinst voor het hele jaar 4 miljard-4,2 miljard euro ($4,05-$4,25 miljard) zal bereiken.

De aandelen stegen 1,4% in de ochtendhandel, waardoor de beurswaarde van Iberdrola een tikje hoger bleef dan zowel het niveau aan het begin van het jaar als dat van grote sectorgenoten zoals het Italiaanse Enel.

De brede index van de regionale industrie heeft dit jaar bijna 10% verloren.

($1 = 0,9872 euro)