"Het Parlement is het levende en ademende instrument van onze democratie," zei Koning Karel voordat wetgevers en edelen gingen staan om het volkslied te zingen.

"Terwijl ik vandaag voor u sta, kan ik niet anders dan het gewicht van de geschiedenis voelen, die ons omringt, en die ons herinnert aan de vitale parlementaire tradities, waaraan de leden van beide Kamers, zich met zo'n persoonlijke inzet wijden voor de verbetering van ons allen."