Daiichi Sankyo Company, Limited heeft aangekondigd dat het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) de Type II Variatie-aanvraag heeft gevalideerd voor trastuzumab deruxtecan voor de behandeling van volwassen patiënten met niet-resectabele of metastatische HER2-positieve borstkanker die één of meer eerdere op anti-HER2 gebaseerde regimes hebben gekregen. Trastuzumab deruxtecan is een HER2-gericht antilichaam-geneesmiddelconjugaat (ADC) dat gezamenlijk wordt ontwikkeld door Daiichi Sankyo en AstraZeneca. Door validatie wordt bevestigd dat de aanvraag volledig is en wordt het wetenschappelijke beoordelingsproces door het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (CHMP) van het EMA in gang gezet. Deze aanvraag is gebaseerd op gegevens van de DESTINY-Breast03 fase 3-studie die in 2021 tijdens het ESMO-congres (European Society for Medical Oncology) zijn gepresenteerd. Borstkanker is wereldwijd de meest voorkomende vorm van kanker, met meer dan twee miljoen gediagnosticeerde gevallen in 2020, resulterend in bijna 685.000 sterfgevallen wereldwijd.1 In Europa worden jaarlijks ongeveer 531.000 gevallen van borstkanker gediagnosticeerd.2 Ongeveer één op de vijf gevallen van borstkanker wordt beschouwd als HER2-positief.3 Ondanks initiële behandeling met trastuzumab en een taxaan, zullen patiënten met HER2-positieve uitgezaaide borstkanker vaak ziekteprogressie ervaren.4 Er zijn meer behandelingsopties nodig om progressie verder uit te stellen en de overleving te verlengen. In DESTINY-Breast03 toonde trastuzumab deruxtecan een 72% verlaging aan van het risico op ziekteprogressie of overlijden in vergelijking met trastuzumab emtansine (T-DM1) (hazard ratio [HR] = 0,28; 95% betrouwbaarheidsinterval [CI]: 0,22-0,37; p=7,8x10-22) bij patiënten met HER2-positieve niet-resectabele en/of gemetastaseerde borstkanker die eerder werden behandeld met trastuzumab en een taxaan. De mediane progressievrije overleving (PFS) voor patiënten die werden behandeld met trastuzumab deruxtecan werd niet bereikt (95% CI: 18,5-NE) vergeleken met 6,8 maanden voor T-DM1 (95% CI: 5,6-8,2) zoals beoordeeld door geblindeerde onafhankelijke centrale beoordeling (BICR). In de secundaire eindpuntanalyse van PFS beoordeeld door onderzoekers, ondervonden patiënten behandeld met trastuzumab deruxtecan een verbetering in PFS van 25,1 maanden (95% CI: 22,1-NE) in vergelijking met 7,2 maanden (95% CI: 6,8-8,3) voor T-DM1 (HR=0,26; 95% CI: 0,20-0,35). Er was een sterke trend naar een betere overall survival (OS) met trastuzumab deruxtecan (HR=0,56; 95% CI: 0,36-0,86; p=0,007172), maar deze analyse is nog niet rijp en is niet statistisch significant. Bijna alle patiënten die werden behandeld met trastuzumab deruxtecan waren na één jaar in leven (94,1%; 95% CI: 90,3-96,4) vergeleken met 85,9% van de patiënten die werden behandeld met T-DM1 (95% CI: 80,9-89,7). Het bevestigde objectieve responspercentage (ORR) was meer dan verdubbeld in de trastuzumab deruxtecan-arm vergeleken met de T-DM1-arm (79,7% [n=208; 95% CI: 74,3-84,4] versus 34,2% [n=90; 95% CI: 28,5-40,3]). Het veiligheidsprofiel van de meest voorkomende ongewenste voorvallen met trastuzumab deruxtecan in DESTINY-Breast03 was consistent met eerdere klinische studies, waarbij geen nieuwe veiligheidsproblemen werden vastgesteld. The most common grade 3 or higher drug-related treatment emergent adverse events in the trastuzumab deruxtecan arm were neutropenia (19.1%), thrombocytopenia (7.0%), leukopenia (6.6%), misselijkheid (6,6%), anemie (5,8%), vermoeidheid (5,1%), braken (1,6%), stijging van ALT (1,6%), verminderde eetlust (1,2%), stijging van AST (0,8%), diarree (0,4%) en alopecia (0,4%). In totaal had 10,5% van de patiënten interstitiële longaandoeningen (ILD) of pneumonitis gerelateerd aan de behandeling, zoals bepaald door een onafhankelijke beoordelingscommissie. De meerderheid van de ILD-gebeurtenissen (9,7%) was van lage graad (graad 1 (2,7%) of graad 2 (7,0%)) met twee graad 3 (0,8%) gemelde gebeurtenissen. Er deden zich geen ILD- of pneumonitisgevallen voor met graad 4 of graad 5.