Remuneratiebeleid

Aannemingsmaatschappij CFE

1

1.

Inleiding ..........................................................................................................................

3

2.

Beheer van het remuneratiebeleid van CFE ....................................................................

3

3.

Remuneratiebeleid vanniet-uitvoerendebestuuders .....................................................

3

4.

Remuneratiebeleid van de CEO ......................................................................................

4

4.1.

Vaste remuneratie van de CEO .........................................................................................

4

  1. Variabele remuneratie van de CEO - kortetermijndoelstellingen (Short Term Incentive - STI)4
  2. Variabele remuneratie van de CEO - langetermijndoelstellingen (Long Term Incentive - LTI)5

4.4.

Contractuele voorwaarden tussen de vennootschap en de CEO ..........................................

6

5.

Remuneratiebeleid van de leden van het Executief Comité ............................................

6

5.1.

Vaste remuneratie van de leden het Executief Comité.........................................................

6

5.2. Variabele remuneratie van de leden van het Executief Comité - kortetermijndoelstellingen

(Short Term Incentive - STI)..............................................................................................

6

5.3. Variabele remuneratie van de leden van het Executief Comité - langetermijndoelstellingen

(Long Term Incentive - LTI)...............................................................................................

7

5.4.

Contractuele voorwaarden tussen de Vennootschap en de leden van het Executief Comité...

8

6.

Toewijzing van variabele remuneraties...........................................................................

8

7.

Mandaten in dochtervennootschappen...........................................................................

9

8.

Beschirjving van de wijzigingen sinds de laatste goedkeuring ......................................

9

2

1. Inleiding

De tenuitvoerlegging van een remuneratiebeleid binnen Aannemingsmaatschappij CFE NV ("CFE" of "de Vennootschap") is een belangrijke uitdaging voor haar concurrentievermogen en haar toekomstige ontwikkeling.

Het remuneratiebeleid van CFE is bedoeld om de prestatiecultuur en de waardecreatie van de Vennootschap op lange termijn te ondersteunen. Het doel ervan is de talenten en competenties die op verschillende gebieden nodig zijn voor de groei van de activiteiten van CFE, aan te trekken en te behouden.

Dankzij haar remuneratiestrategie wil CFE (i) een competitieve remuneratie garanderen voor haar huidige of toekomstige keymanagement, (ii) hun persoonlijke ontwikkeling verbonden aan de ontwikkeling van de Groep en van haar entiteiten stimuleren, (ii) de financiële en niet-financiële prestaties belonen, zoals de milieu-, sociale en bestuursfactoren.

2. Beheer van het remuneratiebeleid van CFE

Het remuneratiebeleid wordt vastgelegd door de Raad van Bestuur van de Vennootschap op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité, en is van toepassing op de volgende personen:

  1. de niet-uitvoerende bestuurders;
  2. de CEO;
  3. de andere managers van CFE die, samen in de schoot van een comité binnen de Vennootschap (het Executief Comité), deelnemen aan de leiding van CFE in de zin van artikel 3:6, §3 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (de leden van het Executief Comité);

Het remuneratiebeleid van de niet-uitvoerende bestuurders, de CEO en de leden van het Executief Comité past in het kader van artikel 7:89/1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de Belgische Corporate Governance Code van 2020. Het werd goedgekeurd door de buitengewone algemene vergadering van 29 juni 2022.

Het remuneratiebeleid van CFE wordt naar analogie toegepast in de hele Groep en elk van de dochtervennootschappen van CFE die vergelijkbare principes hanteren onder toezicht van de CEO. Aangezien de dochtervennootschappen van de Vennootschap niet beursgenoteerd zijn, vallen ze niet binnen het toepassingsgebied van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen met betrekking tot het remuneratiebeleid en het remuneratieverslag.

3. Remuneratiebeleid van niet-uitvoerende bestuurders

De remuneratie van de niet-uitvoerende bestuurders van de Vennootschap bestaat uit:

  1. een vast jaarlijks bedrag; en
  2. zitpenningen, die toegekend worden in functie van hun deelname aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur en, in voorkomend geval, aan de vergaderingen van het Auditcomité en het Benoemings- en Remuneratiecomité; er worden ook zitpenningen toegekend aan bestuurders die door de Raad van Bestuur belast zijn met bijzondere opdrachten.

In voorkomend geval hebben de niet-uitvoerende bestuurders ook recht op een bijkomende vaste remuneratie voor de levering van specifieke diensten, zoals het voorzitterschap van de Raad van Bestuur of van een Comité.

3

Bovendien krijgen de niet-uitvoerende bestuurders een vergoeding voor de kosten die zij in de uitoefening van hun mandaat moeten maken, zulks volgens de voorwaarden die de Raad van Bestuur vastlegt.

Niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen variabele remuneratie, noch in de vorm van bonussen noch in de vorm van aandelenopties. Ze ontvangen ook geen voordelen in natura of voordelen verbonden aan pensioenplannen.

De niet-uitvoerende bestuurders worden uitgenodigd, maar zijn niet verplicht, om aandelen van de Vennootschap te bezitten. Deze afwijking van het principe 7.6 van de Belgische Corporate Governance Code van 2020 wordt gerechtvaardigd door het feit dat het beleid van de Vennootschap een langetermijnperspectief voldoende bevordert. Bovendien zijn verschillende bestuurders in het kader van hun taken binnen het aandeelhouderschap van de Vennootschap, reeds onderworpen aan de evolutie van de waarde van de Vennootschap.

Niet-uitvoerende bestuurders kunnen een bestuursmandaat uitoefenen binnen de dochtervennootschappen van de Vennootschap. De remuneraties die eventueel worden ontvangen voor de uitoefening van deze mandaten, worden opgenomen in het remuneratieverslag van de Vennootschap.

Niet-uitvoerende bestuurders oefenen hun mandaat uit als zelfstandigen en kunnen ad nutum worden ontslagen zonder vergoeding.

4. Remuneratiebeleid van de CEO

Het remuneratiebeleid van de CEO bestaat uit een vast gedeelte, een variabel gedeelte dat verbonden is aan het bereiken van de vastgelegde doelstellingen op korte termijn en een variabel gedeelte dat verbonden is aan het behalen van de vastgestelde doelstellingen op lange termijn.

4.1. Vaste remuneratie van de CEO

De basisremuneratie van de CEO is conform de marktpraktijken en ligt op de marktmediaan voor een vergelijkbare functie. Een afwijkingsmarge van ongeveer twintig procent (20%) wordt getolereerd.

Het Benoemings- en Remuneratiecomité herbekijkt regelmatig de remuneratie van de CEO (om de twee jaar), overeenkomstig de principes die aan de basis liggen van dit beleid. In voorkomend geval zal de marktevolutie worden geschat aan de hand van studies en documentatie die verkregen wordt bij gespecialiseerde agentschappen of consultants.

4.2. Variabele remuneratie van de CEO - kortetermijndoelstellingen (Short Term Incentive - STI)

Een deel van de variabele remuneratie van de CEO wordt bepaald op basis van bepaalde prestatiecriteria die moeten worden bereikt in de loop van een bepaald boekjaar (de variabele STI- remuneratie).

Deze prestatiecriteria zijn van drieërlei aard: financieel, niet financieel (maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf) en persoonlijk. De prestatiecriteria werden weerhouden door de Raad van Bestuur, op aanbeveling van het Benoemings- en Remuneratiecomité, uitgaande van de realiteit van de Vennootschap en haar verschillende activiteitensectoren.

Het financiële prestatiecriterium dat wordt gehanteerd om de variabele remuneratie van de CEO te onderbouwen, is het nettoresultaat van de Groep in zijn geheel. Als leider van de Groep heeft het behalen van de financiële doelstellingen door de CEO een positieve impact op de globale situatie van

4

de Groep en de verdere ontwikkeling ervan tijdens de volgende boekjaren. Dit criterium wordt toegepast voor de helft van het totaalbedrag van de variabele STI-remuneratie.

De niet-financiële prestatiecriteria beantwoorden aan de maatschappelijke en organisatorische uitdagingen waarvoor de Groep als geheel staat. Voor de CEO (i) is het belangrijk om op groepsniveau de prestaties op het gebied van personenveiligheid te verbeteren (vooral op de bouwwerven), (ii) concrete doelstellingen en acties op te zetten voor de Groep als geheel op het gebied van de vermindering van de impact van haar activiteiten op het milieu en (iii) significante vooruitgang te boeken in de prioritaire projecten die werden geïdentificeerd door de Raad van Bestuur. Voor een kwart van het totale bedrag van de variabele STI-remuneratie worden niet-financiële prestatiecriteria in aanmerking genomen.

De persoonlijke doelstellingen hebben betrekking op de leiderschapsuitdagingen waarvoor de CEO staat. Ze hebben als doel de waarden van de Vennootschap ten uitvoer te leggen, de inzet van de teams van de Vennootschap aan te wakkeren om te streven naar operationele uitmuntendheid en flexibiliteit, en een ambitieuze en innoverende bedrijfscultuur te handhaven in alle sectoren waarin de Groep actief is. Ze komen voor een kwart tussen in de evaluatie van het totaalbedrag van de variabele STI-remuneratie.

Het variabele gedeelte van de remuneratie van de CEO dat verband houdt met de door de raad van bestuur vastgestelde kortetermijndoelstellingen, kan tot vijfenzeventig procent van zijn basisremuneratie vertegenwoordigen, naargelang de doelstellingen worden gehaald of overschreden.

4.3. Variabele remuneratie van de CEO - langetermijndoelstellingen (Long Term Incentive - LTI)

Een deel van de variabele remuneratie van de CEO wordt bepaald op basis van bepaalde prestatiecriteria die over meerdere boekjaren worden beoordeeld (de variabele LTI-remuneratie).

Deze variabele LTI-remuneratie wordt bepaald door financiële prestatiecriteria, waarvan de weging tachtig procent bedraagt, en niet-financiële prestatiecriteria, die onder meer verband houden met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de Vennootschap en haar Groep. De evaluatie van deze criteria vindt om de twee jaar plaats, en houdt rekening met de drie boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin de variabele LTI-remuneratie wordt toegekend.

De financiële prestatie-indicatoren zijn gekoppeld aan bepaalde financiële ratio's die gewoonlijk worden gehanteerd om de goede financiële prestaties van bedrijven met een vergelijkbaar profiel en de groei van de innoverende activiteiten van de Vennootschap en de Groep te bepalen.

De niet-financiëleprestatie-indicatoren zijn van verschillende aard en tonen het belang voor de Vennootschap en de Groep om de veiligheid op haar werven te waarborgen, haar CO2-uitstoot te verminderen, het hergebruik van bouwmaterialen te verhogen en de betrokkenheid van de medewerkers van de Vennootschap en de Groep en de tevredenheid van hun klanten te garanderen.

De variabele LTI-remuneratie van de CEO kan tot 75% van zijn basisvergoeding bedragen, afhankelijk van de vastgestelde doelstellingen.

De hierboven beschreven regeling is echter niet van toepassing indien de CEO aandeelhouder van de Vennootschap is geworden ten gevolge van de uitoefening van opties die onder een vorig remuneratiebeleid werden toegekend. In dit geval geniet de CEO rechtstreeks van de goede prestatie en de resultaten van de Vennootschap, op dezelfde manier als de andere aandeelhouders.

5

This is an excerpt of the original content. To continue reading it, access the original document here.

Attachments

  • Original Link
  • Original Document
  • Permalink

Disclaimer

CFE - Compagnie d'Entreprises SA published this content on 25 July 2022 and is solely responsible for the information contained therein. Distributed by Public, unedited and unaltered, on 25 July 2022 13:03:03 UTC.