De verwatering zal aanzienlijk zijn, minstens 14 %. Als de andere tranches volgen, wat waarschijnlijk het geval zal zijn, zal de totale verwatering voor de bestaande aandeelhouders 24 % bedragen.

Degenen die tien jaar geleden enthousiast waren over het kunsthart van Carmat, dat voor het eerst in 2013 bij een mens werd geïmplanteerd, hebben tot nu toe alleen maar tranen met tuiten gehuild, aangezien hun initiële belegging met een factor dertig kleiner is geworden.

Met een chronisch gebrek aan financiering heeft de groep de afgelopen tien jaar bijna vierhonderd miljoen euro verbrand en zes kapitaalverhogingen doorgevoerd zonder een echte doorbraak op het gebied van commercialisering; getuige een omzet die niet van de grond komt, ondanks een verwachte opleving dit jaar.

Tien jaar na het eerste implantaat hebben slechts vijftig patiënten geprofiteerd van de technologie van Carmat. We merken wel een recente versnelling op, met elf implantaten in de eerste vier maanden van 2024. Maar deze blijft bescheiden in alle opzichten en nog ver verwijderd van het dekken van de vaste kostenstructuur van de groep.

Het management pleit, terecht, voor de lange termijn en is van plan zijn productiecapaciteit tegen 2027 te verdubbelen. Optimisten zullen ook aanvoeren dat de huidige ondernemingswaarde van honderdvijftig miljoen euro slechts een fractie vertegenwoordigt van de bedragen die zijn geïnvesteerd in de ontwikkeling van het kunsthart.

Deze budgetten, geïnvesteerd in R&D, de productiestructuur en de opleiding van zorgteams, zijn zeker iets waard. Hoeveel precies? Dat valt moeilijk te zeggen, maar de aandeelhouders zijn gewaarschuwd dat er binnen de komende tien maanden een nieuwe kapitaalverhoging op komst is; antwoorden zullen dus niet lang op zich laten wachten.