"Na intensieve gesprekken hebben we er vertrouwen in dat het zeer hoge tarief van 37,6 procent niet zal worden opgelegd," zei BMW CEO Oliver Zipse donderdag. De betere oplossing zou gelijke tarieven aan beide kanten zijn, of liever helemaal geen. Zipse noemde de extra invoerrechten, waarmee de EU reageert op oneerlijke concurrentievoordelen door subsidies voor de productie van e-auto's in China, een doodlopende weg.
BMW wordt zelf getroffen omdat de elektrische Mini in China wordt gebouwd en van daaruit naar Europa wordt geëxporteerd. "Dergelijke maatregelen versterken het concurrentievermogen van Europese fabrikanten niet," bekritiseerde de manager, "integendeel."
Ondertussen heeft BMW niet dezelfde verkoopproblemen met elektrische auto's als zijn Duitse concurrent Mercedes-Benz in Europa dankzij een recenter modellengamma. De heersende onzekerheid over de overstap naar e-auto's is het gevolg van overdreven verwachtingen, die nu niet uitkomen, legde Zipse uit. "We ervaren geen terughoudendheid om te kopen in Europa." De autofabrikant zal ook de CO2-reductiedoelstellingen in de EU halen, die voorzien in een reductie van 15 procent vanaf volgend jaar ten opzichte van 2021 en 55 procent vanaf 2030. Dit laatste zou een aandeel van e-auto's van minstens 50 procent van de verkoop betekenen. "We hebben er alle vertrouwen in dat we dat gaan halen," voegde de BMW baas eraan toe.
(Verslag door Ilona Wissenbach, bewerkt door Sabine Wollrab. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met de redactie op frankfurt.newsroom@thomsonreuters.com)