MUNICH/BERLIN (dpa-AFX) - De autostaten Beieren, Baden-Württemberg en Nedersaksen vrezen aanzienlijke nadelen voor de Duitse auto-industrie door de invoering van de Euro 7-emissienorm. "Of een verdere aanscherping van de normen vanwege andere diffuse bronnen van immissie überhaupt tot een verdere significante verbetering van de luchtkwaliteit zal leiden, lijkt ons nogal twijfelachtig", staat in een brief van de drie deelstaatpremiers aan bondskanselier Olaf Scholz (SPD), die ter beschikking werd gesteld aan de Deutsche Presse-Agentur in München. Sociale voordelen en economische kosten moeten "in verhouding" staan.

"Een nieuwe emissienorm en de bijbehorende testvoorwaarden moeten ook technisch en economisch haalbaar zijn. Bovendien zijn er passende uitvoeringstermijnen nodig die ook rekening houden met de ontwikkelingscycli van de autofabrikanten," gaat de drie bladzijden tellende brief van Markus Söder (CSU), Winfried Kretschmann (Groenen) en Stephan Weil (SPD) verder.

In november had de Europese Commissie haar voorstellen gepresenteerd voor een strengere uitlaatgasnorm in de EU. Volgens de Commissie is het wegverkeer de grootste bron van luchtverontreiniging in de steden. Volgens schattingen veroorzaakte deeltjes- en stikstofoxidevervuiling door het wegverkeer in 2018 ongeveer 70 000 vroegtijdige sterfgevallen in de EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk. Euro 7 zal de uitstoot van stikstofoxide door auto's tegen 2035 met naar schatting 35 procent verminderen en door bussen en vrachtwagens met meer dan 50 procent.

Het Europees Parlement en de EU-lidstaten moeten de voorstellen echter nog goedkeuren. De onderhandelingen zijn momenteel nog gaande. In de volgende stap moeten de EU-landen en het Parlement het eens worden voordat de nieuwe regels in werking kunnen treden. In theorie kan het voorstel van de Commissie nog veranderen.

Autofabrikanten en hun leveranciers zijn al "de onomkeerbare weg ingeslagen naar emissievrije aandrijfsystemen", aldus het rapport. Daarom zijn Baden-Württemberg, Beieren en Nedersaksen van mening dat de nieuwe uitlaatgasnorm er niet toe mag leiden dat "buitensporig veel middelen worden besteed aan de optimalisering van een technologie die vanaf 2035 waarschijnlijk niet meer in de EU is toegestaan". Met het oog op het concurrentievermogen van de ondernemingen en de bescherming van het klimaat moeten de financiële middelen van de industrie veel sneller naar de nieuwe, klimaatvriendelijke aandrijfsystemen vloeien.

De minister-presidenten bekritiseren in hun brief met name de uitvoeringstermijnen van de nieuwe norm - juli 2025 voor personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen en juli 2027 voor zware bedrijfsvoertuigen. Deze zijn "technologisch te ambitieus". Bovendien is er het "reële gevaar" dat een rechtszekere registratie van de voertuigen niet mogelijk is en dat er een file ontstaat bij de registratieautoriteiten.

Vanuit het oogpunt van de autostaten moet de federale regering voorkomen dat de onderhandelingen op EU-niveau negatieve gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de toegevoegde waarde en het concurrentievermogen. Voor de drie autoproducerende deelstaten Baden-Württemberg, Beieren en Nedersaksen, "waar meer dan een miljoen mensen leven van de auto", staat er veel op het spel./had/DP/mis