De exportindex daalde met 0,5%, na vrijdag de vijfde weekwinst op rij te hebben geboekt.

De oliemultinationals BP en Shell daalden respectievelijk 0,6% en 0,9%, terwijl de industriële mijnbouwers 1% daalden door het volgen van lagere prijzen voor ruwe olie en metalen, nadat China bleef worstelen met COVID-19-afsluitingen. [O/R][MET/L]

Geneesmiddelenproducent AstraZeneca, zeepmaker Dove Unilever en nutsbedrijf SSE doken tussen 0,7% en 2,7%, en sleurden de blue-chip index omlaag.

De op het binnenland gerichte FTSE 250 midcap index daalde 0,3%.

Uit officiële gegevens bleek dat de economische groei van Groot-Brittannië in februari sterker vertraagde dan verwacht, terwijl de industriële productie in de loop van de maand met 0,6% daalde als gevolg van dalingen in de autoproductie en op andere gebieden door tekorten aan onderdelen.

Het bruto binnenlands product steeg met 0,1%, waarmee de prognose van een stijging met 0,3% werd gemist en de groei van 0,8% in januari werd afgezwakt.

Over het algemeen daalden de Aziatische aandelen en klommen de obligatierendementen, terwijl de voorzichtigheid de markten in zijn greep hield in de aanloop naar de vergaderingen van de centrale banken en de inflatiecijfers van de VS later deze week. [GLOB/MKTS]