Na de aankondiging van grote steunmaatregelen voor de economie, voornamelijk gericht op de herkapitalisatie van banken en regionale overheden die zijn getroffen door een enorme vastgoedcrisis, test de stijging op de Chinese beurzen zijn vijftienjarige weerstandsniveau.
Meegevoerd door de euforie die volgde op de aankondigingen van de communistische partij, schoot het aandeel Alibaba mee omhoog. In september steeg het in slechts een maand met 40 %... om vervolgens het grootste deel van deze winst weer prijs te geven en geleidelijk terug te vallen naar het beginpunt.
Alibaba is hierin niet alleen. Ook concurrenten zoals PDD, Tencent, Baidu en JD.com hebben te maken met een vergelijkbare terugval. De Chinese markt, nog grilliger in zijn speculatieve koorts dan de Amerikaanse, geeft hier een les in nederigheid aan de legioenen westerse hedgefondsen die zich recentelijk op het land hebben gestort.
Onze analisten waren al half sceptisch. De grote herstructureringsplannen van Alibaba zijn op mysterieuze wijze een voor een afgeblazen. Deze merkwaardige terugtrekkingen vonden plaats op een moment dat Jack Ma een stap terug zette na de aankondiging van een gedeeltelijke verkoop van zijn belang. Dat gebeurde toen het aandeel op zijn laagste punt stond en werd uiteraard slecht onthaald door de beurzen.
Eerder dit jaar publiceerde de oprichter van Alibaba op zijn blog een vurig pleidooi om de geestdrift binnen de groep nieuw leven in te blazen. Er is echter meer nodig om het moreel te herstellen: Alibaba verliest nog steeds terrein aan concurrenten zoals Shein, PDD en ByteDance, die allemaal in volle expansie zijn, terwijl de erosie van zijn marges voortduurt en interne machtsstrijd openlijk in de Chinese pers wordt besproken.
Het bedrijf, dat begin vorig jaar nog bijna de helft van zijn beurswaarde in contanten en equivalente middelen had, heeft besloten om fors in te zetten op kapitaaluitkeringen aan aandeelhouders: in de afgelopen zeven halfjaren zijn de 49 miljard USD aan vrije kasstromen volledig teruggegeven aan aandeelhouders — 43 miljard USD via aandeleninkoop en de resterende 6 miljard USD als dividend.
Op papier volkomen rationeel, benadrukt deze keuze de schijnbare — en theoretisch spectaculaire — onderwaardering van het bedrijf op de huidige waarderingsniveaus, aangezien de ondernemingswaarde rond de 150 miljard USD schommelt. Echter, de lethargie van de koers verraadt ook het wantrouwen van de beleggers voor een bedrijf waarvan de activiteiten — inclusief e-commerce, cloud en logistiek — allemaal aan snelheid lijken te verliezen.
Bovenop deze zorgen komen nog de nauwelijks leesbare boekhouding toe (een courant gegeven in China), een ondoorzichtige offshore-controlestructuur, de vertraging van de Chinese economie en de eerdere problemen van Jack Ma met de partijbonzen.