De Spaanse luchthavenexploitant Aena mag de tarieven die hij aan luchtvaartmaatschappijen aanrekent met 4,09% verhogen om de inflatie en stijgende energieprijzen te compenseren, zo heeft het Spaanse kabinet dinsdag besloten in een zet die door lagekostenmaatschappijen zoals Ryanair wordt bekritiseerd.

De Spaanse regering zei dat haar besluit in lijn was met de stappen die genomen zijn door de meeste andere Europese luchthavens, die de luchthaventarieven hebben verhoogd vanwege de COVID-19 pandemie en de hoge inflatie. Aena is voor 51% eigendom van de Spaanse staat.

De voorzitter Maurici Lucena zei onlangs dat de Spaanse luchthavens ondanks de verhoging minder per passagier in rekening zouden brengen dan voor de pandemie en minder dan de belangrijkste Europese concurrenten.

In Londen heeft Heathrow een tariefverhoging van 4,5% goedgekeurd voor 2023, terwijl de Amsterdamse luchthaven Schiphol de tarieven in 2023 met 12% heeft verhoogd en van plan is om ze dit jaar opnieuw te verhogen, aldus de Spaanse regering. De luchthaven van Frankfurt plant dit jaar een verhoging van 9,5%.

Ryanair, de grootste passagiersluchtvaartmaatschappij in Spanje, had gevraagd om de tariefsverhoging terug te draaien.

Ryanair zei eerder deze maand dat het had besloten om vijf nieuwe bases in Spanje te openen, met als doel 40% groei in het land tegen 2030, maar dat was gebaseerd op de overtuiging dat de heffingen pas in 2026 omhoog zouden gaan.

In 2021 keurde Spanje een bevriezing van de luchtvaarttarieven goed om concurrerender te worden en de luchtvaartsector te helpen herstellen.

Aena zal tariefverlagingen van 15% tot 70% aanbieden op de luchthavens van de Canarische Eilanden, de Balearen, Ceuta en Melilla, afhankelijk van de vluchten, om het effect van de verhoging te verzachten. (Verslaggeving door Corina Pons, Redactie door Catarina Demony en Tomasz Janowski)