Wanneer de statistieken je doen duizelen, verlies je al snel het overzicht. Twee activiteitindices die gelijktijdig werden gepubliceerd, zaaiden immers twijfel. Laten we beginnen met de negatieve kant: de ISM voor diensten kwam ruim onder de verwachtingen uit en in de krimpzone op 49,9 versus 52 verwacht en 51,6 eerder, wat de PMI voor diensten gepubliceerd door S&P, die steeg naar 53,70 versus 52,30 verwacht, tegenspreekt. Over het algemeen is de Amerikaanse obligatiemarkt ontspannen, wat bewijst dat deze meer geneigd lijkt de aanwijzingen van de ISM te volgen dan die van S&P, waarbij slecht nieuws kan worden vertaald naar de beroemde Fed-put. Bij de prognoses merken we op dat beleggers beginnen te rekenen op een volgende renteverlaging in september, waarbij de status quo de voorkeur heeft voor volgende week en de vergadering van 18 juli.

Bron: CME

Aan de andere kant blijft de Europese Centrale Bank haar monetaire versoepeling voortzetten met een achtste opeenvolgende renteverlaging. Het moet gezegd worden dat haar speelruimte des te groter is nu de inflatie in de belangrijkste landen van de eurozone is teruggekeerd naar het doel van 2 %. De miljoen dollar vraag is nu of de ECB een meer expansieve houding zal aannemen om de economie van de eurozone te stimuleren. In haar toespraak van afgelopen donderdag gaf Christine Lagarde een sleutel tot interpretatie door te stellen dat de renteverlagingcyclus zijn einde nadert, hetgeen handelaren in verwarring bracht (vertaling: de Europese indices daalden in de nasleep van de verklaring).

Gelukkig werd de stemming snel weer positief met de creatie van 139.000 banen in mei in de Verenigde Staten tegen een voorspelling van 126.000, waardoor de vrees voor een vertraging van de aanwervingen werd weggenomen. Het werkloosheidspercentage ligt in lijn met de verwachtingen op 4,2 %. Enige schaduwzijde: de obligatierendementen herstelden zich aanzienlijk na de publicatie van een nog steeds (te?) veerkrachtige Amerikaanse arbeidsmarkt.