Energie: de sfeer op de oliemarkten is omgeslagen, waar handelaren zich realiseren dat de markt toch niet zo goed bevoorraad is als gedacht. Het Internationale Energieagentschap heeft voor opschudding gezorgd door in haar laatste maandrapport te melden dat de markt dit jaar wel eens een tekort zou kunnen kennen. Concreter heeft het agentschap haar groeiprognoses voor de vraag naar boven bijgesteld, terwijl ze tegelijkertijd de dynamiek van het wereldwijde aanbod naar beneden heeft bijgesteld vanwege het beleid van de OPEC+. Op de achtergrond spelen de geopolitieke spanningen in Oekraïne, die Russische olie-installaties hebben getroffen, en de spanningen in het Midden-Oosten, met name in het Rode Zeegebied. De wekelijkse voorraden in de Verenigde Staten lieten deze week een verrassende daling zien, de eerste sinds eind januari. Wat de prijzen betreft, wordt Brent verhandeld rond de 86 USD, terwijl WTI rond de 81,80 USD noteert.

Metalen: koper blijft goed presteren op de Londense markt en nadert de grens van 9.000 USD per ton. De reden voor deze opleving is te vinden aan de aanbodzijde aangezien China overweegt om de productie van koper te verminderen. De grootste Chinese smelterijen hebben namelijk een akkoord bereikt om een productieverlaging te overwegen. Ook in de categorie industriële metalen stabiliseert aluminium rond 2.200 USD. Zink schuift op naar 2.520 USD. Wat betreft goud, neemt het edelmetaal een adempauze na twee welvarende weken en wordt het verhandeld tegen 2.160 USD. De obligatierendementen zijn weer gestegen en werpen een schaduw op de goudprijs.

Landbouwproducten: in Chicago is het ondertussen een grijsgedraaide plaat. De graanprijzen hebben er alle moeite om te herstellen. De bushels maïs en tarwe worden respectievelijk verhandeld rond 435 en 530 cent.