De Egyptische staatsobligaties werden na het nieuws over het onverwachte aftreden op de internationale obligatiemarkten in de uitverkoop gedaan, met dalingen tussen 0,6 en 1,7 cent per dollar en grotere bewegingen van veel obligaties van het land met langere vervaldata.

De staatstelevisie zei dat Amer was afgetreden "om anderen in staat te stellen het succesvolle ontwikkelingsproces onder leiding van de president te voltooien". Het gaf geen verdere details.

De verandering kwam in de aanloop naar een vergadering van het comité voor monetair beleid op donderdagavond, waar door Reuters gepolste analisten verwachten dat de overnight depositorente met 50 basispunten (bps) zal worden verhoogd om de inflatie in toom te houden.

Egypte bevindt zich ook midden in onderhandelingen over nieuwe financiering door het Internationaal Monetair Fonds.

Vorige maand zei het IMF dat Egypte "beslissende vooruitgang" moest boeken op het gebied van fiscale en structurele hervormingen, en dat een grotere variabiliteit van de wisselkoers had kunnen helpen een opbouw van externe onevenwichtigheden te voorkomen en de aanpassing aan economische schokken vlotter te laten verlopen.

De Egyptische minister van Financiën Mohamed Maait zei eind vorige maand dat de besprekingen "zeer goede vooruitgang" hadden geboekt.

Op 21 maart stond de centrale bank toe dat de munt verzwakte tot ongeveer 18,45 per dollar, van het vorige niveau van 15,70. Op woensdag handelde het pond op ongeveer 19,12 pond voor de dollar.

Nadat de Egyptische economie het ergste van de door het coronavirus veroorzaakte vertraging te boven was gekomen, kreeg zij een nieuwe klap te verwerken als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne, toen beleggers miljarden dollars uit de schatkistmarkt trokken en de grondstoffenprijzen de hoogte in schoten.

De inflatie van de stedelijke consumentenprijzen versnelde van 13,2% in juni tot een hoger dan verwachte 13,6% op jaarbasis in juli, het hoogste peil in drie jaar.

De plaatsvervangend gouverneur van de centrale bank, Gamal Negm, zei zaterdag dat het tekort aan buitenlandse deviezen van Egypte kleiner was geworden dankzij de besluiten van de centrale bank over invoerregelingen, en sloot uit dat er binnenkort een aanzienlijke devaluatie zou komen.

Amer, die een bankiersachtergrond had, klom op tot vice-voorzitter van de grootste Egyptische staatslening, de National Bank of Egypt, voordat hij in 2003 tot plaatsvervangend gouverneur van de centrale bank werd benoemd.

Later verliet hij de centrale bank om voorzitter van de NBE te worden, alvorens terug te keren als gouverneur van de centrale bank. Amer werd in november 2015 voor een termijn van vier jaar benoemd en in november 2019 voor nog eens vier jaar herbenoemd. De functie heeft een limiet van twee ambtstermijnen.