Volgens het Credit Suisse Global Investment Returns Yearbook 2023 is Zuid-Afrika sinds 1900 de best presterende aandelenmarkt in reële dollartermen, met een geannualiseerd reëel rendement (rekening houdend met het verlies aan koopkracht door inflatie) van 7,0 %, gevolgd door Australië met 6,7 % en de Verenigde Staten die het podium completeren met een geannualiseerd rendement van 6,4 %.

Bron: Crédit Suisse

Maar we houden het niet bij deze enigszins simplistische vaststelling om de best presterende markten op lange termijn te selecteren en te hopen dat ze dezelfde koers blijven volgen. Laten we eens kijken naar een recentere periode, bijvoorbeeld het afgelopen decennium. De aandelenmarkten in 1900 en 2022 hebben immers weinig gemeen, al was het maar op het gebied van sectorverdeling. Het vroegere succes van mijnbouwbedrijven, die sterk vertegenwoordigd zijn in Australië, Nieuw-Zeeland of Zuid-Afrika, is grotendeels afgebrokkeld. Vandaag de dag hebben andere sectoren het roer overgenomen, met name de technologiesector, die 22,1 % van de wereldwijde index van ontwikkelde en opkomende landen (MSCI ACWI) uitmaakt. Technologiebedrijven zijn in zekere zin de nieuwe groeimotor van de mijnbouwbedrijven van de vorige eeuw. Ze verklaren onder andere de bovengemiddelde prestaties van markten die rijk zijn aan technologiewaarden, zoals de Verenigde Staten.

Ik geef hier nog graag de vergelijking mee van de belangrijkste MSCI-indexen over de afgelopen 10 jaar. De MSCI USA overtreft ruimschoots de andere landen en geografische gebieden. Het is de best presterende markt van de afgelopen 10 jaar. Het maakt nu 70 % uit van de MSCI World en 62 % van de MSCI ACWI.

Bron: MarketScreener

Andere geografische gebieden zijn echter interessanter over een meer recente periode.

Een studie uitgevoerd door Dede Eyesan, oprichter en manager bij Jenga Investment Partners, gaat dieper in op de prestatieanalyse per regio. Eyesan onderzocht bedrijven die in het afgelopen decennium (van 31 mei 2012 tot 31 mei 2022) een beursprestatie van meer dan 1000 % hebben neergezet, ofwel een CAGR (samengestelde jaarlijkse groeivoet) van 27 % per jaar. Het idee is niet langer om een algemeen presterende markt te vinden maar wel om vruchtbare grond te vinden voor multibaggers, bedrijven die hun beurskoers hebben zien vermenigvuldigen met 2, 5, 10 of zelfs 100 keer. Laten we proberen te zien of we lessen kunnen trekken uit deze studie om in de toekomst goed presterende bedrijven te vinden en te beleggen in landen die de meeste multibaggers leveren.

Zijn er landen die interessanter zijn dan andere?

Van de 55.000 bedrijven die in mei 2012 genoteerd stonden (met een beurskapitalisatie van meer dan 50 miljoen dollar), hebben 446 bedrijven tien jaar later een beursprestatie van meer dan 1000 % laten zien, ofwel 0,8 % van de bedrijven. Wat de geografische verdeling betreft, zijn 59 % van de multibaggers Aziatisch. India staat op de eerste plaats met in totaal 91 bedrijven, gevolgd door de Verenigde Staten met 60 waarden en Japan met 49 waarden.

Laten we eens kijken naar de geografische verdeling van deze aandelen per land:

Waarschijnlijkheid dat men een aandeel vindt dat in de periode 2012-2022 meer dan 1000 % steeg door een lukraak aandeel te kiezen in een zeker land van notering

*onder beursgenoteerde bedrijven met een marktkapitalisatie van meer dan 50 miljoen dollar

Betekent dit dat je meer kans had om een +1000 % te vinden in India, de VS of Japan? Niet echt. Dit zijn markten met veel beursgenoteerde waarden. Op dit moment tellen we 4762 Indiase bedrijven, 10941 Amerikaanse bedrijven en 4092 Japanse bedrijven die genoteerd staan op de beurs.

De landen waar u de meeste kans heeft om multibaggers te vinden:

Laten we eens kijken naar de top drie van landen met de meeste multibaggers (van +1000 %) in verhouding tot de omvang van hun beursgenoteerde markt:

  • India vertegenwoordigt 4,6 % van de wereldwijde aandelenmarkt (in aantal beursgenoteerde bedrijven in 2012 met een beurskapitalisatie van meer dan 50 miljoen dollar) maar 20,4 % van de 446 geïdentificeerde bedrijven, ofwel 91 waarden. Als je in 2012 willekeurig een Indiase onderneming koos, had je 3,6 % kans om een aandeel te vinden dat tien jaar later een beursprestatie van +1000 % realiseerde.
  • Zweden vertegenwoordigt 1,5 % van de wereldwijde aandelenmarkt (in aantal beursgenoteerde bedrijven in 2012 met een beurskapitalisatie van meer dan 50 miljoen dollar) maar 4,5 % van de 446 geïdentificeerde bedrijven, ofwel 20 waarden. Als je in 2012 willekeurig een Zweeds bedrijf koos, had je 2,4 % kans om een aandeel te vinden dat tien jaar later een beursprestatie van +1000 % realiseerde. En over het algemeen neemt West-Europa een belangrijke plaats in in de ranglijst met 20,3 % van de steekproef tegenover 12 % van het aantal wereldwijd genoteerde aandelen.
  • Israël vertegenwoordigt 1,3 % van de wereldwijde aandelenmarkt (in aantal beursgenoteerde bedrijven in 2012 met een beurskapitalisatie van meer dan 50 miljoen dollar) maar 3,1 % van de 446 geïdentificeerde bedrijven, ofwel 14 waarden. Als je in 2012 willekeurig een Israëlisch bedrijf koos, had je 1,95 % kans om een aandeel te vinden dat tien jaar later een beursprestatie van +1000 % realiseerde.

Aangezien deze gegevens velen allicht zullen verrassen, komen er enkele vragen bij me op:

  1. Waarom staat India bovenaan de lijst voor de Verenigde Staten met 91 bedrijven, ofwel 20,4 % van de 446 geïdentificeerde bedrijven?
  2. Waarom hebben Zweden of Israël zo'n groot percentage van goed presterende bedrijven ondanks het beperkte aantal beursgenoteerde bedrijven en de kleine omvang van hun land?

Laten we proberen te begrijpen waar deze prestaties vandaan komen. Zijn er verklaringen waarom deze landen een groter aandeel van goed presterende aandelen hebben?

Land nr. 1: India

India voert de lijst aan in aantallen aandelen, met 91 bedrijven die een rendement van meer dan 1000 % laten zien. India heeft beter gepresteerd dan Noord- en Zuid-Amerika samen en had slechts twee bedrijven nodig om Europa te overtreffen.

Als je denkt dat het afgelopen decennium uitzonderlijk was voor India, think again: onderzoekers voerden dezelfde test uit voor het vorige decennium en wat blijkt? India komt ook als eerste uit de bus voor de periode 2022-2012, met 21 % van de steekproef.

Als je denkt dat dit succes te danken is aan de hoge groei van het Indiase bbp, dan heb je het ook daar mis. China en Japan hebben beide een hoge bbp-groei laten optekenen zonder dat hun aandelenmarkten ook maar enigszins groeiden. Hoewel India profiteert van een snelgroeiende bevolking, en van Engelssprekende en technisch bekwame arbeidskrachten, en andere gunstige macro-economische factoren, hebben de bovengemiddelde prestaties van de 91 bedrijven veel meer te maken met het macro-economische landschap.

India domineert de consumentengoederen- en basisproductensectoren, met 38 % vertegenwoordiging. Bedrijven zoals Britannia Industries, Minda Industries, Trent Limited en Balkrishna Industries, die essentiële producten produceren, hebben aanzienlijke groei doorgemaakt. Indiase textielbedrijven zoals KPR Mill, Garware Technical, Trident en Page Industries hebben ook hun marges in de loop der jaren zien verbreden. Ze begonnen met de handel in textielgrondstoffen en hebben geleidelijk de kwaliteit van hun producten verbeterd, hun klantenbestand uitgebreid en schaalvoordelen gerealiseerd.

Bedrijven zoals Eicher Motors, Relaxo Footwears en Balkrishna Industries (BKT) hebben uitzonderlijke groei doorgemaakt. BKT heeft bijvoorbeeld een groei van 226.322 % gerealiseerd in de afgelopen 20 jaar. Deze bedrijven hebben verschillende groeistrategieën aangenomen en zich gericht op niche markten.

De Indiase industriële en basismaterialensector heeft meer multibaggers geproduceerd dan de basismaterialen-, software-, halfgeleider- en gezondheidssectoren in de VS gecombineerd. Deze bedrijven, vaak geleid door de oprichtersfamilie, zijn geëvolueerd van grondstoffenhandel naar productie.

India heeft een van de grootste IT-dienstenmarkten, met multinationals zoals Tata Consultancy, Infosys en Wipro. Deze bedrijven zijn geëvolueerd en bieden meer technische diensten, en hebben internationale collega-bedrijven overgenomen om wereldwijd concurrerend te blijven.

40 % van de 91 bedrijven zagen hun winsten met meer dan 20 % per jaar groeien over de periode. Dit is de belangrijkste reden voor de stijging van de aandelenkoersen. De stijging van de waarderingsveelvouden is de tweede verklarende factor voor deze toename.

Ondanks een hoge waardering bieden Indiase aandelen nog steeds beleggingskansen. Veel Indiase bedrijven diversifiëren buiten de binnenlandse markt en creëren meer gediversifieerde inkomstenstromen. Het is daarom cruciaal om bij Indiase bedrijven verder te kijken dan hun nominale waarde en rekening te houden met hun uitbreidingspotentieel.

Land nr. 2: Zweden

Zweden is ook al een vruchtbare bodem voor multibaggers. Zweden heeft een beursgenoteerde markt die rijk is aan bedrijven, groter dan die van Frankrijk of Duitsland hoewel de bevolking en het bbp veel kleiner zijn. Wat ons hier echter interesseert, is de kwaliteit van de bedrijven en de redenen waarom zoveel goede waarden zo goed hebben gepresteerd. We zien twee belangrijke redenen:

  • Sterke innovatie
  • Hogere groei

Zweden, een land van innovatie

Zweden is het op één na meest innovatieve land volgens de Global Innovation Index. Bovendien is het percentage uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling (R&D) het hoogste in Europa. Zweden heeft het negende beste onderwijssysteem ter wereld. Zweden heeft altijd innovatie, ondernemerschap en creativiteit aangemoedigd. Vanaf de basisschool wordt programmeren onderwezen en worden studenten vaak aangemoedigd om deel te nemen aan projecten in een open klasomgeving. Op universitair niveau worden innovatie en onderzoek sterk gewaardeerd in alle studiegebieden. Deze prioriteit voor innovatie en creativiteit vanaf jonge leeftijd verklaart waarom sommige succesvolle Zweedse technologiebedrijven zijn opgericht door student-ondernemers.

Zweden, een groei gericht op het internationale

Om concurrerende bedrijven te bouwen, zijn innovatie en een kwaliteitsproduct niet voldoende. Bedrijven moeten zich meten met hun internationale tegenhangers, van verkoop tot distributie, wat succesvolle Zweedse bedrijven hebben weten te doen. Het is gebruikelijk voor Zweedse start-ups om zich vanaf het begin te vergelijken met hun wereldwijde tegenhangers.

Sommigen schrijven ook veel steuninitiatieven voor bedrijven toe aan de staat vanwege zijn op export gebaseerde economische doelstellingen. De oprichting van EKN, een Zweeds exportkredietagentschap, is hier een voorbeeld van. Het bevordert de Zweedse export door het risico op wanbetaling bij exporttransacties te verzekeren. Dit vergemakkelijkt de toegang tot markten die moeilijk kunnen lijken. De Zweedse overheid heeft ook regionale exportcentra opgericht die bedrijven helpen om binnen 24 uur promotionele data en contactgegevens van geschikte klanten te verkrijgen.

Land nr. 3: Israël

Israël is een land met 9,6 miljoen inwoners, een oppervlakte van 21.000 km2 en een nominaal bbp van 527 miljard dollar (in 2022). Hoe heeft zo'n klein land zoveel multibaggers kunnen genereren?

Een natie van start-ups

Lang beschouwd als een opkomend land, wordt Israël nu gekwalificeerd als een start-upnatie, of zelfs een scale-upnatie aangezien dit succes zich internationaal heeft weten door te zetten. In 50 jaar tijd is het Israëlische innovatie-ecosysteem een van de meest aantrekkelijke, dichte en productieve ter wereld geworden. Het proactieve overheidsbeleid op het gebied van R&D, onderwijs (blootstelling aan technologie vanaf de kindertijd) en de waardering van risiconeming zijn de sleutelfactoren voor het Israëlische succes.

Israël huisvest een ecosysteem van meer dan 9000 start-ups die in 2020 een recordbedrag van 10 miljard dollar hebben opgehaald. Israël is het land met de meeste ingenieurs per vierkante meter, zelfs meer dan Silicon Valley.

Het Israëlische ecosysteem wordt volwassener en onderscheidt zich vooral op gebieden zoals cyberbeveiliging, kunstmatige intelligentie, slimme mobiliteit, digitale gezondheid, agrotech en fintech.

Israëlische start-ups worden internationaal erkend. Bijna 90 % van het geïnvesteerde kapitaal komt uit het buitenland. De Verenigde Staten vertegenwoordigen 80 % van het fusie- en overnamebedrag en ongeveer honderd Israëlische bedrijven zijn genoteerd in de Nasdaq Composite. Deze financiële en strategische banden brengen Israëlische bedrijven direct in contact met de wereldmarkt.

Nu de zesde in de Bloomberg Innovation Index, de achtste in de US News and World Report, de tiende in de Global Innovation Index en het eerste land in aantal start-ups per inwoner, wordt het Israëlische ecosysteem gekenmerkt door een unieke dichtheid: in 2020 werd er 809 dollar per inwoner geïnvesteerd in start-ups in Israël, tegenover 302 dollar in de VS, 58 dollar in China en 41 dollar in Europa.

Dit succes is gebaseerd op een unieke overheidsbetrokkenheid gedurende bijna 50 jaar. De implementatie van het Yozma-programma in de jaren '90 heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van risicokapitaal. Er zijn talrijke fiscale prikkels voor hightech bedrijven. Andere factoren die deze dynamiek bevorderen zijn de risico- en ondernemerscultuur en de opleiding van menselijk kapitaal (lessen in programmeren worden aangeboden vanaf de middelbare school). De beperkte binnenlandse markt en de "insulariteit" van Israël (gezien de culturele, economische en politieke verschillen met de buurlanden) stimuleren bovendien de internationalisering van start-ups.

Uitdagende omgeving

Echter, het Israëlische ecosysteem wordt geconfronteerd met verschillende uitdagingen. De hightechsector functioneert in een vacuüm en komt niet de gehele lokale bevolking ten goede. De afhankelijkheid van buitenlandse financiering is ook een zwakte. Hoewel het gemiddelde bedrag van exits de afgelopen jaren is toegenomen, blijft hun vroegtijdigheid een bron van zorgen.

De Israëlische innovatie is parallel ontwikkeld aan de zelfvoorziening van deze staat die sinds zijn ontstaan probeert zichzelf te legitimeren in de internationale gemeenschap: het waarborgen van zijn veiligheid in een land omringd door tegenstanders, het verbouwen van gewassen op vijandige grond, het vinden van water in de woestijn. Een “ongelooflijk maar waar” cijfer illustreert deze noodzaak voor de Joodse staat om zelfbedruipend te zijn en van defensie een strategisch domein te maken: een op de vier start-ups wereldwijd die fondsen hebben geworven op het gebied van cyberbeveiliging is gevestigd in Tel Aviv.

Zoals je zal begrijpen is de broedplaats die Israël vandaag de dag is, ontstaan uit de noodzaak voor deze staat om zijn territoriale zwakheden te compenseren. Een verspreide staat, met nog steeds vage grenzen gedeeld met de Westelijke Jordaanoever, en met wie zowel zijn buurlanden als de internationale gemeenschap het niet unaniem eens zijn.

Uiteraard herinner ik eraan dat eerdere prestaties geen garantie bieden voor toekomstige prestaties. Beursprestaties zijn niet constant in de tijd en vormen op geen enkele manier een toekomstige prestatiegarantie. Desalniettemin blijven de belangrijkste genoemde landen (India, Zweden, Israël) naar mijn mening gunstige broedplaatsen voor de uitbreiding van beursgenoteerde bedrijven.