Pepsico heeft momenteel een marktkapitalisatie van 240 miljard USD, met een ondernemingswaarde — marktkapitalisatie plus nettoschuld — van 277 miljard USD. Naast de bekende drankmerken zoals Pepsi, Lipton en Rockstar heeft de groep zich gediversifieerd in snacks en beheert ze een merkenportefeuille die bij menig liefhebber het water in de mond doet komen — denk maar aan Lays, Cheetos, Doritos, Quaker en Bénénuts.
Deze diversificatie kost Pepsico weliswaar operationele marges die twee keer lager zijn dan die van Coca-Cola, maar zorgt wel voor een hogere rentabiliteit van het eigen vermogen dan die van zijn rivaal. Deze is werkelijk uitzonderlijk, aangezien die meer dan 50 % bedraagt met een relatief bescheiden gebruik van hefboomwerking.
Over de afgelopen tien jaar zijn de verkopen van Pepsico met 37 % gestegen en de jaarlijkse winst met 39 %. De 75 miljard USD aan vrije kasstromen zijn voor 43 miljard USD herbestemd naar dividenden en voor 22 miljard USD naar aandeleninkoop — netto van de uitgifte van aandelen gerelateerd aan stockopties. De acquisities hebben op hun beurt 7 miljard USD geconsumeerd.
De aantrekkelijkheid van zijn activiteiten levert de groep een gemiddelde waardering op van vijfentwintig keer de winst, binnen een goed gedefinieerd bereik met een ondergrens van twintig keer de winst en een bovengrens van dertig keer.
Coca-Cola daarentegen heeft de afgelopen tien jaar geen groei in zijn verkopen laten optekenen, aangezien de omzet in 2023 exact gelijk is aan die van 2014. Echter, de jaarlijkse winst is in deze periode met 50 % gestegen, mede dankzij een spectaculaire margestijging.
Het bedrijf uit Atlanta overtreft hier zijn rivaal Pepsico met een operationele marge die rond de 30 % schommelt. De rendabiliteit van het eigen vermogen is echter lager, aangezien deze rond 40 % ligt, ook hier met een relatief bescheiden gebruik van hefboomwerking.
Coca-Cola heeft momenteel een marktkapitalisatie van 300 miljard USD en een ondernemingswaarde van 327 miljard USD. Opmerkelijk genoeg genereert de groep over de afgelopen tien jaar een cumulatieve winst van 75 miljard USD, precies gelijk aan die van Pepsico; de waardering beweegt zich ook rond een identiek veelvoud.
Het gebruik van deze middelen verschilt niet veel, aangezien 67 miljard USD is uitgekeerd als dividend, 11 miljard USD is gericht op aandeleninkoop — minus de uitgifte van aandelen gerelateerd aan beloningen in aandelenopties — terwijl 9 miljard USD is gebruikt voor acquisities.
Net als Pepsico is Coca-Cola proactief geweest in het optimaliseren van zijn activiteitenportefeuille, met desinvesteringen die de helft van de acquisitieactiviteiten financieren. Ook op dit punt volgen beide groepen een identieke modus operandi.
Een verschil tussen de twee rivalen is het gebruik van aandeleninkoop, wat vaker voorkomt bij Pepsi dan bij Coca. De verklaring hiervoor is eenvoudig: het is bekend dat de iconische aandeelhouder van Coca-Cola Berkshire Hathaway is; het bedrijf van Buffett, invloedrijk in de raad van bestuur, legt allicht een zekere discipline op inzake waardering, die aandeleninkoop zou triggeren.
Uiteindelijk is het moeilijk om tussen de twee te kiezen. Beide zijn opmerkelijk goed beheerde bedrijven en zijn uitstekende beleggingen gebleken. Hun beurskoersen zijn dan ook vergelijkbaar over de bestudeerde periode.