Voor het eerst sinds 2016, en na een reeks verhogingen sinds 2022, heeft de ECB haar belangrijkste rentetarief (de herfinancieringsrente) verlaagd van 4,5 % naar 4,25 %, om de economie van het oude continent nieuw leven in te blazen. De depositorente, die sinds 2019 ongewijzigd was gebleven, werd verlaagd van 4 % naar 3,75 %.
De instelling heeft zich daarmee verwijderd van het beleid dat door de Federal Reserve wordt voorgestaan en, in een zeldzame zet, was ze de Fed voor in een poging de eurozone te stimuleren, in de hoop dat de inflatie niet opnieuw zal stijgen. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft de veerkracht van de economie elke wens om de rente te verlagen getemperd, waardoor deze waarschijnlijk enkele maanden op hetzelfde niveau zal blijven hangen.
Deze divergentie in het monetaire beleid kan nadelige effecten hebben. Hoewel lagere rentetarieven de Europese groei op korte termijn zouden moeten stimuleren, zou het ontkoppelen van de Europese en Amerikaanse rentetarieven de euro ten opzichte van de dollar kunnen verzwakken, waardoor de kosten van import stijgen en de inflatie in de eurozone wordt aangewakkerd.
Maar er is geen garantie dat Christine niet weer samen met Jerome op de pedalen gaat staan. De voorzitster benadrukte de onzekerheden die voor ons liggen en hintte erop dat verdere renteverlagingen niet snel zullen volgen, en dat ze de tijd zal nemen met monetaire versoepeling.