De politieke crisis die in het noorden van Kosovo tot geweld heeft geleid, is verergerd sinds etnisch-Albanese burgemeesters hun ambt hebben aanvaard in het gebied met een Servische meerderheid in de regio, een stap die de VS en haar bondgenoten ertoe heeft gebracht om Pristina te berispen. De Servische meerderheid had de verkiezingen van april geboycot, waardoor etnische Albanezen gekozen konden worden.

Op donderdag sprak de belangrijkste plaatsvervangende nationale veiligheidsadviseur van Biden, Jon Finer, met Kurti en riep hij Kosovo op om "nieuw gekozen burgemeesters in staat te stellen hun taken uit te voeren vanaf alternatieve locaties en de politie terug te trekken uit gemeentelijke gebouwen", aldus het Witte Huis.

Hij verwelkomde ook "Kurti's bereidheid om te werken aan voorwaarden voor nieuwe verkiezingen," zei het Witte Huis.

De assistent van Biden sprak vrijdag met Vucic en drong er bij Servië op aan om "zijn strijdkrachten die in de buurt van de grens gestationeerd zijn, terug te trekken en hun staat van paraatheid te verlagen, en er bij de demonstranten op aan te dringen om vreedzaam te blijven in het noorden van Kosovo", aldus de samenvatting van het gesprek door de VS.

In beide gesprekken gaf Finer volgens het Witte Huis uiting aan zijn bezorgdheid over de situatie en drong hij er bij alle partijen op aan om het conflict te verminderen. Washington verwachtte ook dat beide partijen zich opnieuw zouden engageren in een dialoog met de Europese Unie en "de eerder dit jaar bereikte normalisatieovereenkomst volledig zouden uitvoeren".

Bij het geweld op maandag raakten 30 vredeshandhavers en 52 Serviërs gewond die protesteerden tegen de installatie van etnisch-Albanese burgemeesters. Het geweld was voor de NAVO aanleiding om aan te kondigen dat ze extra troepen zou sturen bovenop de 700 die al onderweg waren naar het Balkanland om haar 4000 man sterke missie te versterken.

De presidenten van Servië en Kosovo benadrukten op donderdag dat ze de crisis willen bezweren, maar hebben weinig teken gegeven van het opgeven van hun tegengestelde standpunten.